Bopje

Ik redde mij toen ik in Utrecht woonde zonder eigen auto. Met de fiets en het ov dat elke 10 minuten praktisch voor mijn deur stopte, kwam ik een heel eind. En als ik er daarmee niet kwam, dan was er Greenwheels. Daarvan stonden 7 auto’s op loopafstand, dus vrijwel altijd eentje beschikbaar om mee weg te scheuren. Ik ♡ autorijden, vooral lange afstanden.

Autorijden was na de tiende chemo echt te intensief en ik werd steeds vaker getaxied. Drie maanden later kreeg ik uitputtingsverschijnselen en zelfs naast iemand in de auto zitten kon ik amper aan. Mijn autoloze (zon)dagen, maanden, jaren braken aan. Doordat ik heel veel opnieuw moest oppakken, aanleren en trainen, kwam autorijden niet hoog op mijn prioriteitenlijst. Want mijn chauffeurs bleven mij gelukkig trouw ophalen en rondrijden. Vorig jaar voelde ik mij goed genoeg om weer eens achter het stuur te zitten. Ik woon nu in the middle of nowhere, dus ruimte genoeg om dat zonder mogelijke aanvaringen te proberen.

Autorijden is net fietsen, dat verleer je niet. Schakelen, gasgeven en remmen waren geen probleem. Het constant alert moeten zijn en de prikkels van voorbij flitsende bomen zorgden echter voor anderhalve dag knallende koppijn. Knap hè, na 3 kilometer! Leuk geprobeerd dus, een nieuwe poging stelde ik echter een paar maanden uit. Uiteindelijk ben ik er pas in september serieus mee aan de slag gegaan. Het jaar verliep drukker dan ik verwachtte, qua energie en tijd kwam ik er niet eerder aan toe.

En toen was daar Bopje. Twee weken voor haar overlijden vroeg mijn tante of ik Bopje over wilde nemen en dat heb ik gedaan. Niet dat ik direct al behoefte had aan een auto, het zou ter zijner tijd echt van pas komen. En daarbij, ik had op alles ja gezegd wat ze vroeg. Als ik daarmee voor haar iets kon oplossen dan had ik het gedaan. In die fase, ze wist dat ze ging sterven, was ze nog erg bezig met welke spullen waar terecht zou komen. Ik weet nog dat ze Bopje kocht rond 2000. Ze zocht een praktische auto, nadat ze jarenlang een sportief model had gehad. Het werd Bopje, in zijn kenteken zit BP. Ik geloof dat we samen op Bopje uitkwamen, als ezelsbruggetje om te onthouden welke auto van haar was. Maar misschien herinner ik mij dat verkeerd.

De eerste keer dat ik alleen van huis ging was met Bopje, het was bitterzoet. Het halleluja gevoel dat mijn vrijheid een stuk groter aan het worden was, want hier in Friesland heb ik echt een auto nodig, en het schrijnende dat het met Bopje was. Die hoorde gewoon in Utrecht met mijn tante rond te crossen en niet met mij in Friesland. Het was en is soms nog steeds heel vreemd om Bopje bij ons op het pad te hebben zonder mijn tante erbij.

Maar steeds vaker overheersen de goede herinneringen. Dat we aan het kringlopen waren en Bopje volstouwden met onze aanwinsten. Samen op familiebezoek, die keer dat we ooit van Arnhem naar huis in Utrecht reden en ondertussen een eindeloze versie van Last Christmas zongen. Als ze op vakantie ging, vroeg mijn tante of ik dan i.p.v. haar met mijn oma en Bopje wilde toeren en ergens wilde koffiedrinken, zo leuk om te doen.

Het is zo tekenend dat mijn tante zelfs na haar dood mij letterlijk en figuurlijk op weg hielp. Zo was ze en zo zal ik haar ook altijd herinneren. ♡

Een gedachte over “Bopje”

  1. Mooie herinneringen.
    Het moet in het begin vast raar zijn geweest, je tante’s auto op de oprit. Dat je in een flits denkt ‘hé tante is op bezoek!’ En je dan weer realiseert dat het niet zo is.

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie